- uitkijken
- {{uitkijken}}{{/term}}1 [oppassen] faire attention2 [+ op][uitzicht hebben] avoir vue (sur) ⇒ 〈zaken〉donner (sur)3 [+ naar][voortdurend kijken; verlangend wachten] guetter♦voorbeelden:1 goed uitkijken hoor! • fais bien attention!ik kijk wel (linker) uit • tu peux toujours couriruitkijken met oversteken • faire attention en traversantkijk uit met vuurwerk • sois (soyez) prudent(s) avec le feu d'artificekijk uit (met) wat je doet • fais attention à ce que tu fais2 wij kijken uit op de zee • nous avons vue sur la merdeze kamer kijkt uit op de zee • cette pièce donne sur la mer3 naar iemand, iets uitkijken • guetter qn., qc.naar een andere baan uitkijken • être à la recherche d'un autre emploinaar de vakantie uitkijken • aspirer aux vacances¶ gauw uitgekeken zijn op iets, iemand • en avoir vite assez de qc., qn.
Deens-Russisch woordenboek. 2015.